Beweging aanpassen
Lineaire beweging was nog nooit zo eenvoudig te integreren in je toepassing.
Bewegingsaanpassing biedt je volledige flexibiliteit met diverse besturingsopties, virtuele limieten en instelbare snelheid. Dit is onderdeel van de I/O™ interface van LINAK® en is een van de diverse opties die kunnen worden toegevoegd aan je actuator om de vruchten te plukken van slimmere lineaire beweging.
Hieronder volgt een overzicht van de functies die mogelijk zijn met bewegingsaanpassing. Deze kunnen allemaal worden geconfigureerd in onze ondersteunende configurator Actuator Connect™.
Actuatoren met IC Integrated Controller™van LINAK® zijn flexibel en kunnen worden aangepast aan speciale eisen en behoeften van de klant. Configureer je actuator via de intuïtieve Actuator Connect™-configurator.
Download hier een gratis versie van de nieuwste Actuator Connect.
Bestuur en wijzig je actuator
- met diverse ingangsbedradingsmogelijkheden en snelheidsinstellingen
LINAK biedt verschillende besturingsopties voor de beweging van de actuator, afhankelijk van je voorkeuren. Je kunt de snelheidsinstellingen voor elk van deze opties aanpassen:
- Voor standaardbedrijf kun je profiteren van laagniveauschakeling en een digitaal signaal op twee draden gebruiken om beweging in de gewenste richting te activeren (bijvoorbeeld beweging naar binnen bij een snelheid van 50%). Je kunt kiezen tussen dezelfde snelheid in beide richtingen – of individuele snelheidsinstellingen voor zowel beweging naar buiten als naar binnen.
- Met vooraf gedefinieerde posities kun je tot twee doelposities selecteren. Dit is vooral handig als je elke keer naar exact dezelfde positie wilt gaan. Je kunt vooraf gedefinieerde posities gebruiken om bijvoorbeeld een bedieningspaneel in staat te stellen een beweging naar een doelpositie te activeren – zelfs met individuele snelheidsinstellingen.
- Bij pulswerking worden 1 of 2 draden gebruikt om de actuator op basis van een puls te laten werken. Je kunt de actuator met pulsen besturen – zonder het werkingssignaal op de draad te houden tijdens bedrijf. Laat de actuator naar buiten/binnen lopen wanneer deze wordt geactiveerd door een pulssignaal vanaf bijvoorbeeld een drukknop.
- Met servo-aandrijving kun je een analoog ingangssignaal gebruiken om de positie van de actuator te regelen (0-100% PWM, 0-10 V of 4-20 mA). Op deze manier wordt de fysieke slaglengte van de actuator geschaald op basis van het ingangssignaal – waardoor volledige controle over de positionering van de actuator wordt geboden, met een signaal naar keuze.
- Met proportioneel kun je de snelheid en richting van de actuator regelen op basis van een analoge ingang (0-100% PWM, 0-10 V of 4-20 mA). Je kunt kiezen tussen een enkele of dubbele besturingsingang, afhankelijk van je voorkeuren. Bij een enkele besturingsingang beweegt de actuator in beide richtingen vanaf één signaal, en de dubbele besturingsingang heeft één draad voor elke richting (alleen PWM).
Beperk de slaglengte met virtuele limieten
- om de actuator te stoppen voordat deze de fysieke eindstop bereikt
Virtuele limieten kunnen zowel in de richting naar binnen als naar buiten worden gedefinieerd. Als de actuator een activeringssignaal ontvangt, gaat deze alleen naar het virtuele einde van de slag. Dit is vooral praktisch als je je actuator gebruikt voor prototyping. Dit kan ook handig zijn voor toepassingen waarbij de slaglengte af en toe moet worden aangepast.
Virtuele limieten kunnen handmatig of automatisch worden ingesteld in de leermodus:
- Handmatig - Je kunt de slaglengte beperken zodat de actuator altijd bij een bepaalde positie stopt. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt als je meerdere dezelfde actuatoren op voorraad hebt, maar er soms een nodig is met een kortere slag. Stel een waarde in naar buiten en/of naar binnen.
- Leermodus - Met de leermodus kan de actuator een nieuwe eindstop leren. Dit gebeurt op basis van vooraf gedefinieerde zones voor de slaglengte en een stroomlimiet om de nieuwe eindstop te activeren (zoals bij een blokkeringssituatie). In sommige gevallen kan het relevant zijn om een stap terug-functie te overwegen – dit stelt je in staat om een nieuwe eindstop te leren die zich enigszins op afstand van het mechanische blok bevindt, waardoor de levensduur van de actuator in potentie wordt verlengd en een beweging wordt geboden die soepeler is.